Google Play SterHemel voor Android – Hemel vannacht – Waarneemweer – Hemelkaart – Opkomst en ondergang – Astrokalender – Hemelkaart – Maanfasekalender Google Play YouTube Google agenda Facebook Twitter

Uitleg bij de gegevens voor Zon, Maan en planeten

De tabel toont de schijnbare posities van Zon, Maan en planeten; de positie waar je het object ziet staan op het gegeven tijdstip. De gegevens zijn topocentrisch en gelden voor Midden-Nederland.

1:	Object:	Zon, Maan of de planeetnaam waarvoor de gegevens gelden

2:	Lengte:	Ecliptische lengte van het object (in graden en boogminuten)
3:	Breedte:	Ecliptische breedte van het object (in graden en boogminuten)
4:	Elong.:	Elongatie (hoekafstand tot de Zon) van het object (in graden en boogminuten)

5:	Rzon:	Afstand van het object tot de Zon (in Astronomische Eenheden, AE). In de regel 'Zon' staat de geocentrische afstand van de Zon (dus tot de Aarde), in de regel 'Maan' staat 0
6:	Raarde:	Afstand van het object tot de Aarde (in Astronomische Eenheden, AE). Voor de Maan is deze afstand in kilometers uitgedrukt

7:	R.K.:	De rechte klimming van het object (in uren, minuten en seconden)
8:	Dec.:	De declinatie van het object (in graden en boogminuten)
9:	Uurh.:	De uurhoek van het object. Deze coördinaat ligt in dezelfde richting als de Rechte Klimming, en geeft de afstand tot het zuiden aan (in uren en minuten). Men kan de uurhoek ook zien als de tijd die is verstreken sinds het object het laatst in het zuiden stond. Een uurhoek tussen 0 en 12 uur betekent dat het object ten westen van het zuiden staat, tussen 12 en 24 uur betekent dat het object ten oosten van het zuiden staat

10:	Azimut:	Het azimut (de 'windrichting') van het object (in graden). Noord = 0°/360°, Oost = 90°, Zuid = 180°, West = 270°
11:	wr.:	De windrichting van het object (op dit moment alleen in de interactieve tabel)
12:	Hoogte:	De hoogte van het object boven de horizon (in graden). 0° betekent op de horizon, 90° betekent in het zenit (het punt recht boven het hoofd)

13:	Diameter:	De schijnbare diameter van het object (in boogminuten en boogseconden)
14:	Magn.:	De schijnbare magnitude (helderheid) van het object. Een grotere magnitude betekent een zwakker object
15:	Fase:	De fase, het verlichte deel, van het object (in procenten)
16:	F.H.:	De fasehoek: de hoek Zon-Object-Aarde (in graden)
17:	Stb:	Het sterrenbeeld: de afkorting van de Latijnse naam van het sterrenbeeld waarin het object zich bevindt. Zie de gegevens van sterrenbeelden.

Onder de interactieve tabel is de lokale sterrentijd weergegeven, in uren, minuten en seconden.

Zie ook:
Interactieve tabel: Gegevens van Zon, Maan en planeten
Niet-interactieve tabel: Gegevens van Zon, Maan en planeten voor vandaag
Veelgestelde vragen: Hoe werken de verschillende coördinaatsystemen?

@hemel_waarnemen volgen