De seizoenen of jaargetijden zijn tijdspannen van circa drie maanden, waarin op gematigde breedtegraden, ver van de evenaar, het weertype gekenmerkt wordt door de wisselende hoogte van de Zon aan de hemel. De seizoenen worden veroorzaakt door de schuine stand van de rotatie-as van de Aarde, in combinatie met haar jaarlijkse baan om de Zon. Hierdoor valt in onze zomer meer zonlicht op het noordelijk halfrond, en in onze winter meer op het zuidelijk halfrond. De seizoenen duren niet precies drie maanden, en zijn niet even lang. Dit komt doordat de aardbaan een ellips is — in januari beweegt onze planeet sneller dan in juli, waardoor onze zomer langer duurt dan onze winter (maar in onze zomer staat de Aarde verder van de Zon; zie ook Staat de Zon even lang boven als onder de horizon?). Het begin van de seizoenen is gedefiniëerd als een equinox of nachtevening, of als een solstitium of zonnewende. Bij een equinox duren dag en nacht (ongeveer) even lang (Latijn: equi- = gelijk, nox = nacht) doordat de Zon boven de evenaar van de Aarde staat. Dit gebeurt aan het begin van de lente (lente-equinox, rond 21 maart), wanneer de Zon van zuid naar noord trekt, en aan het begin van de herfst, rond 23 september, wanneer zij het noordelijk voor het zuidelijk halfrond verwisselt. De solstitia gebeuren in december (rond de 21e) bij het begin van de winter (wintersolstitium), op het moment dat de Zon de laagste declinatie bereikt, en in juni (zomersolstitium, eveneens rond de 21e), wanneer zij bij ons haar hoogste punt inneemt. De dalende of stijgende beweging van de Zon wordt dan omgekeerd, waarbij zij even stilstaat (Latijn: sol = Zon, stare = (stil)staan). De solstitiae vinden plaats op de kortste, respectievelijk langste dag van het jaar. Dit zijn echter niet de dagen waarop de Zon het laatst opkomt of vroegst ondergaat (in de winter) of het vroegst opkomt/laatst ondergaat (zomer), zie Waardoor komt de Zon na 21 december nog steeds later op en gaat zij na 21 juni nog later onder? in de veelgestelde vragen. Daarnaast vinden het begin en einde van de seizoenen niet steeds op dezelfde datum plaats, maar deze schommelen wat. Dit komt doordat een jaar niet exact 365 dagen telt, zoals onze kalender, maar circa zes uur langer duurt. Hierdoor begint bijvoorbeeld de lente steeds zes uur later, totdat een schrikkeldag plaatsvindt, waarmee gecorrigeerd wordt voor dit effect, en waarna het begin van de lente weer met een dag terug springt. De lente begint hierdoor tussen 2001 en 2050 op 19, 20 of 21 maart.
Zie ook: Verschuiven de seizoenen door de precessie? Staat de Zon even lang boven als onder de horizon? Waardoor komt de Zon na 21 december nog steeds later op en gaat zij na 21 juni nog later onder? |
|