De komeet C/2011 L4 (PANSTARRS)
bereikte het perihelium op
10 maart 2013.
De niet-periodieke komeet werd ontdekt in de eerste helft van juni 2011.
Het object heeft een vrijwel parabolische baan, en dit is waarschijnlijk de eerste
(en mogelijk enige)
keer dat het langs de Zon scheert.
De komeet bevond zich tijdens het perihelium op een afstand van
0.302 AE van de Zon en op
1.111 AE van de Aarde.
De helderheid van het object bedraagt dan
magnitude +0.7. Bedenk
hierbij dat het lastig is de helderheid van een komeet exact te voorspellen, zeker wanneer het object voor het eerst het centrale deel van het zonnestelsel bezoekt.
Daarnaast is een komeet vaak onzichtbaar rond het moment van grootste helderheid, doordat deze zich
dan te dicht bij de Zon aan de hemel bevindt.
De komeet is zichtbaar aan onze ochtendhemel met een helderheid groter dan achtste magnitude tussen 21 maart en 9 mei, en aan de avondhemel tussen 11 maart en 9 mei.
Tot 10 maart is het object in Nederland en België vrijwel onzichtbaar.
Wij zagen de grootste helderheid rond 11 maart: magnitude +0.8. Er is een verrekijker nodig met een apertuur
van 43 mm of meer (het liefst op statief) om het object op dat moment waar te nemen.
Het meest gunstige moment om de komeet te bekijken vanuit onze streken was rond 13 april. Het object had toen een helderheid van +5.9m en een magnitudecontrast van +0.6m, en een verrekijker met een apertuur van minimaal
11 mm was nodig om de komeet te zien.
Merk op dat een diffuse komeet lastiger waar te nemen is dan een ster met dezelfde helderheid. Zie ook Hoe kan ik een komeet waarnemen? in de veelgestelde vragen.
De dichtste nadering tot de Aarde gebeurde rond 5 maart.
De afstand bedroeg toen 1.10 AE, circa 164 miljoen km.
Na het perihelium vinden we het object onder meer in de sterrenbeelden
Vissen, Andromeda, Cassiopeia en Cepheus.
Kaartjes van de komeet C/2011 L4 (PANSTARRS) aan de ochtendhemel (links) en avondhemel (rechts),
gericht op het gebied waar de komeet helderder is dan magnitude 8. De horizon, schemering (ruwweg) en
planeetposities gelden alleen voor de datum en het tijdstip aangegeven in het kaartje; de positie van de
komeet t.o.v. de sterren is wel exact voor alle gevallen. De komeetstaarten geven
een indicatie van de richting waarin de staart wijst; de lengte en het precieze uiterlijk van de staart
zijn niet exact. De getalletjes naast de komeetbeeldjes geven de dag van de maand voor dat beeldje,
de rode labels geven de eerste dag van de vermelde maand aan.
Animatie van de beweging van de komeet aan de hemel
De animatie hierboven toont de beweging van de komeet C/2011 L4 (PANSTARRS) aan onze avondhemel, tussen begin maart en eind mei.
Merk op dat het tijdstip iedere dag met twee minuten opschuift. De richting van de staart klopt ongeveer: van de Zon af (waardoor de
komeet “achteruit” lijkt te bewegen, de lengte en staart van de komeet zijn schematisch. Naarmate de komeet zwakker wordt,
wordt het object in de animatie kleiner.
Tabel met positiegegevens
De tabel hieronder toont de gegevens van de komeet, voor
maximaal 3 maanden voor en na het perihelium, en alleen wanneer de komeet helderder is dan magnitude 10 en
meer dan 5° boven de
horizon staat op het moment dat de Zon er ten
minste 6° onder staat (strikt genomen voor een waarnemer in Utrecht).
Wanneer de komeet minder dan 1° per dag beweegt, wordt niet iedere dag opgenomen in de tabel.
De kolommen in de tabel tonen de datum waarvoor de gegevens gelden,
de tijden waarop de komeet zichtbaar is (wanneer de Zon meer dan 6° onder de
horizon staat, en de komeet meer dan 5° erboven),
het beste tijdstip waarop het object kan worden waargenomen,
de positie (windrichting en
hoogte boven de horizon) van de komeet op
dat tijdstip, de helderheid van het object, de tijdstippen van
opkomst en
ondergang voor die dag,
nogmaals de hemelpositie, nu uitgedrukt in
rechte klimming,
declinatie en
elongatie, alsmede het
sterrenbeeld waarin de komeet zich
bevindt, en tenslotte de ruimtelijke afstand van het object tot de Zon en de Aarde, uitgedrukt in
astronomische eenheden.
De kleuren in de tabel geven gunstige,
minder gunstige en
ongunstige waarden aan.
De gegevens op deze pagina zijn berekend uit baanelementen van het
IAU Minor Planet Center en magnitudegegevens van de British Astronomical Association.
Details en magnitudes kunnen veranderen wanneer deze gegevens worden aangepast.