Komeet 12P/Pons-Brooks   –   Google Play SterHemel  app  MijnHemel App Store   –   Hemel vannacht   –   Weer   –   Meer vragen over sterren   –   FAQ   –   Gegevens van sterren   –   Astrokalender   –   Hemelkaart   –   Maanfasekalender     Naar de hoofdpagina Contact HemelApps FAQ Google Play App Store YouTube Google agenda Facebook Twitter


Logo hemel.waarnemen.com

Waardoor twinkelen sterren?


Sterren twinkelen wel en planeten niet. Komt dit doordat sterren zelf licht geven en planeten niet, of is het omdat sterren veel verder weg staan en hun licht dus wordt beïnvloed door zwaartekrachtvelden?




Het verschil in twinkelen zit hem in hoe groot het beeld van het object waar je naar kijkt is. Sterren zijn in werkelijkheid veel groter dan planeten (namelijk zo groot als de Zon - 100x de Aarde, of zelfs tot wel 1000x groter), terwijl de grootste planeet in ons zonnestelsel - Jupiter - slechts 10x zo groot is als de Aarde.

Maar sterren staan gemiddeld miljoenen tot miljarden malen verder weg dan planeten, dus ze lijken veel kleiner. Door een telescoop met redelijke vergroting ziet een ster er daardoor uit als een puntje, een planeet als een schijfje.

Het twinkelen zelf wordt veroorzaakt in de aardatmosfeer, door turbulentie. Deze luchtonrust wordt vaak met de Engelse term 'seeing' beschreven, hoe groter de luchtonrust, des te slechter de seeing. Slechte seeing wordt dus veroorzaakt door bewegende luchtbellen.

De schijnbare diameter van een ster is zo klein, dat al het licht dat je oog of je telescoop bereikt door een enkele luchtbel past. Door de turbulentie wisselen deze bellen steeds van plaats, de ene bel maakt plaats voor de andere, enzovoorts. Bij een nieuwe bel wordt het licht net weer iets anders gebroken dan bij de vorige, en hierdoor lijkt de ster zich een heel klein beetje te verplaatsen aan de hemel. Zo weinig, dat je het niet met het blote oog kunt zien. Maar met een telescoop met 300x vergroting zie je de ster duidelijk heen en weer springen in je beeld.

Figuur 1: Afstand die sterlicht aflegt. Planeten hebben ook last van de seeing, maar planeten beslaan een uitgebreid schijfje aan de hemel en dit planeetschijfje is (in de telescoop) groter dan een luchtbel. Delen van het planeetschijfje bewegen dus door je beeld, waardoor het schijfje vager wordt, maar het hele schijfje wisselt niet van plaats. (Het gebied waarbinnen de ster heen en weer springt is dus kleiner dan het oppervlak van de planeetschijf).

Met het blote oog is het springen van het sterbeeld dus niet precies te zien, maar het effect ervan wel: de ster twinkelt en de planeet niet.

Lager boven de horizon is het pad dat het licht van sterren door de atmosfeer moet afleggen overigens langer (zie afbeelding hiernaast). Hierdoor twinkelen sterren meer dan hoger aan de hemel. Door absorptie in de atmosfeer zijn deze sterren ook zwakker, en de zwakste sterren zijn zelfs onzichtbaar. Hierdoor lijken helderder sterren soms (als ze vlak boven de horizon staan) meer te twinkelen. Laag boven de horizon kunnen zelfs heldere planeten, zoals Venus en Jupiter, twinkelen.


Zie ook:
Vannacht aan de hemel: Maan, planeten en deepsky-objecten
De 100 helderste sterren
Eigenschappen van sterren naar spectraaltype
Eigenschappen van sterren naar massa
Gegevens van sterrenbeelden
Deepsky-objecten


App Store       Google Play                

Komeet 12P/Pons-Brooks   –   Google Play SterHemel  app  MijnHemel App Store   –   Hemel vannacht   –   Weer   –   Meer vragen over sterren   –   FAQ   –   Gegevens van sterren   –   Astrokalender   –   Hemelkaart   –   Maanfasekalender     Naar de hoofdpagina Contact HemelApps FAQ Google Play App Store YouTube Google agenda Facebook Twitter


Copyright © 2004–2024   Marc van der Sluys, hemel.waarnemen.com  –  De sterrenhemel voor Nederland en België  —  gewijzigd: 22/03/2024  —  bronvermelding