|
|
Het analemma
|
|
Figuur 1: Een analemma waar de declinatie van de Zon is uitgezet tegen de tijdsvereffening.
|
Op deze pagina vindt u een zogenaamd analemma. Een analemma laat in een figuur de positie van de
ware Zon op een vast tijdstip zien, gedurende een
jaar. Zo variëert de hoogte
van de Zon aan de
hemel met de seizoenen, als gevolg van de scheve stand van de aardas. Dit is meetbaar in de
declinatie van de Zon aan de hemel. Daarnaast staat de Zon niet iedere dag om dezelfde tijd in
het zuiden, maar bijvoorbeeld in februari tot een kwartier later en in november een kwartier vroeger
dan gemiddeld. Dit verschil tussen de doorgang in het zuiden van de middelbare Zon (een denkbeeldige
Zon die met constante snelheid langs de hemelequator beweegt) en de ware Zon wordt tijdsvereffening
genoemd. De afwijkingen van de gemiddelde snelheid worden veroorzaakt doordat de Zon niet langs de hemelequator
beweegt, maar langs de ecliptica, en doordat die beweging langs de ecliptica niet constant is.
De oorzaak van dit laatste is dat de Aarde een elliptische
baan om de Zon heeft en geen cirkel. De Aarde staat soms dichter bij de Zon dan gemiddeld en beweegt dan sneller, soms verder van de
Zon en beweegt dan langzamer. Een voorbeeld van een analemma waar de declinatie van de Zon tegen de
tijdsvereffening is uitgezet is afgebeeld in Figuur 1.
|
Figuur 2: Een analemma waar de hoogte van de Zon en haar azimut staan uitgezet.
|
Iedere dag in het diagram wordt weergegeven door een blauw puntje, het begin van iedere maand is afgebeeld
als een rode stip met het nummer van die maand erbij geschreven. Het precieze tijdstip van ieder
puntje is 0 uur UT = 1 uur wintertijd = 2 uur
zomertijd. De dagelijkse puntjes staan onderin het analemma
wijder uit elkaar dan bovenin. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de Aarde begin januari in het
perihelium (het dichtst bij de Zon) staat en dus snel beweegt,
en begin juli in het aphelium. De figuur geldt strikt genomen voor 2016,
maar verschilt nauwelijks van jaar tot jaar (een puntje meer in schrikkeljaren), maar wel over de eeuwen, en stond bijvoorbeeld mooi
'rechtop' in het jaar 1246.
Een andere methode om een analemma te verkrijgen is door gedurende een jaar steeds om dezelfde tijd een
foto van de Zon te maken. Omdat de Zon soms voor en soms achter loopt op de middelbare Zon, staat de Zon
op zo'n foto soms iets meer naar het westen en soms iets meer naar het oosten op de foto. Een theoretisch
voorbeeld hiervan ziet u in Figuur 2. In de afbeelding staan azimut
en hoogte boven de horizon van de Zon voor iedere dag van het jaar afgebeeld door een blauw puntje en voor iedere
eerste dag van de maand door een rode stip. Ieder punt in deze figuur komt dus overeen met een punt in
Figuur 1. Met het maken van de 'kaart' is rekening gehouden met het feit dat we de hemel als een
bol zien, vandaar dat het grid naar boven toeloopt. Strikt genomen geldt dit analemma voor de geografische
breedte van Utrecht (ongeveer 52°06') op het tijdstip dat de middelbare Zon in het zuiden staat
(12u39m19s wintertijd en dus niet 12 uur!). Merk ook op dat de Zon 's zomers ongeveer vier maal zo hoog aan
de hemel staat als 's winters!
Zie ook:
|