Terug   -   De sterrenhemel voor Nederland en België


Uitleg bij de tabellen Verschijnselen van de manen van Jupiter


De tabellen laten verschijnselen van de Galileïsche manen van Jupiter ten opzichte van de planetschijf en ten opichte van elkaar zien. Er zijn zes soorten gebeurtenissen waar de verschijnselen bij horen:

  1. Overgang van een maan over de planeetschijf
  2. Overgang van de schaduw van een maan over de planeetschijf
  3. Maan bevindt zich achter de Jupiterschijf
  4. Maan bevindt zich in de schaduw van Jupiter

  5. Maan bevindt zich boven of onder Jupiter's noord- of zuidpool
  6. Twee manen bevinden zich precies boven elkaar (conjunctie)
Voor de eerste vier bovengenoemde gebeurtenissen vermeldt de tabel het begin of het einde. In totaal zijn er dus acht verschillende verschijnselen bij deze vier gebeurtenissen, en dat voor elk van de vier maantjes.

Verschijnsel 5 vindt meestal plaats voor de maan Callisto. Dit is de buitenste van de vier Galileïsche manen, en daardoor trekt Callisto vaak boven of onder Jupiter langs, in plaats van voor of achter de planeetschijf. Bij verschijnsel 5 is sprake van een conjunctie tussen de maan en Jupiter. We zien de maan boven of onder de pool van Jupiter. In werkelijkheid staat de maan echter niet recht boven Jupiter's pool, maar ofwel dichterbij dan de planeet, ofwel verder weg. In het eerste geval spreken we van een benedenconjunctie, in het tweede geval van een bovenconjunctie. 'Beneden' of 'boven' betekent dus niet dat de maan zich onder of boven de planeetschijf bevindt, maar dat de maan zich minder ver of verder van de Aarde bevindt dan Jupiter zelf.

De verschijnselen 3 en 4 vinden uiteraard vaak samen plaats, met name rond een oppositie (wanneer de Aarde vanaf Jupiter in dezelfde richting staat als de Zon). Bovendien komt het vaak voor dat een maantje bijvoorbeeld achter Jupiter verdwijnt, terwijl deze zich al in de schaduw van Jupiter bevond (en zo zijn er nog drie combinaties denkbaar). Zo'n verschijnsel is onzichtbaar en wordt dus niet vermeld.

Verschijnsel 6 kan zich voordoen wanneer een of beide maantjes zich achter de planeetschijf, of in Jupiters schaduw bevinden. In dat geval is het verschijnsel dus niet zichtbaar en niet opgenomen in de tabel.

De overige verschijnselen staan allemaal vermeld, mits ze vanuit onze streken zichtbaar zijn. Hiervoor moet aan de volgende twee voorwaarde zijn voldaan:
  1. De Zon bevindt zich meer dan 6° onder de horizon
  2. Jupiter bevindt zich meer dan 3° boven de horizon
Strikt genomen gelden deze voorwaarden voor Utrecht, maar ze geven een goede indicatie voor de rest van Nederland en België.

Voor elk van de weergegeven verschijnselen worden de volgende gegevens vermeld:
  • Datum en tijdstip waarop het verschijnsel plaatsvindt, rekeninghoudend met de zomertijd
  • Hoogte van Jupiter boven de horizon op het moment dat het verschijnsel plaatsvindt
  • Hoogte van Zon boven de horizon op het moment dat het verschijnsel plaatsvindt, dit getal is dus altijd negatief
  • Omschrijving van het verschijnsel




Zie ook:
Overgangen en bedekkingen van de manen van Jupiter
Jupiter


Terug   -   De sterrenhemel voor Nederland en België