|
Figuur 1: Venus op 13 november rond 18 uur. De heldere planeet stond op dat moment 5° boven de zuid-zuidwestelijke
horizon en was met magnitude -4.2 gemakkelijk te vinden. De Zon was al ruim een uur onder en stond meer dan 11° onder de horizon.
|
Officiëel staat Venus al sinds mei aan de avondhemel en op 3 november stond de helderste planeet aan onze hemel
in haar grootste oostelijke elongatie, op 47°06' van de Zon. Toch was Venus nauwelijks zichtbaar. Dit heeft te maken met
het feit dat de ecliptica in het najaar 's avonds een kleine hoek maakt met de horizon in het westen. Het gevolg hiervan
is dat wanneer een binnenplaneet ver van de Zon staat, deze toch kort na de Zon ondergaat. In het voorjaar gebeurt hetzelfde
met de ochtendhemel. Om deze reden zijn ochtendverschijningen van Mercurius en Venus in het voorjaar dus altijd ongunstig,
evenals avondverschijningen in het najaar.
|
Figuur 2: De avondverschijning van Venus loopt ruwweg van mei 2005 tot januari 2006. Pas na begin november wordt
de planeet beter zichtbaar. Het kaartje toont de positie van Venus boven de horizon op het moment dat de Zon 6° onder is,
dus steeds bij gelijke mate van schemering.
|
Inmiddels beweegt Venus dus alweer in de richting van de Zon. Intussen loopt echter de herfst langzaam over in de winter,
zodat de hoek tussen ecliptica en horizon weer groter wordt. Het gevolg is dat Venus langer na de Zon onder gaat, zodat de
planeet hoger aan de hemel staat bij zonsondergang en dus beter zichtbaar is (zie Figuur 2). Het beste moment om Venus waar
te nemen in deze verschijning is dus in november en december, na in plaats van rond de grootste elongatie.
Vanaf begin januari wordt Venus weer moeilijk zichtbaar en in de loop van de maand verdwijnt de heldere planeet van het toneel.
Op 14 januari is Venus in benedenconjunctie en in februari is Venus alweer aan de ochtendhemel te vinden. De grootste westelijke
elongatie bereikt Venus op 25 maart, in de lente en dus is de planeet dan weer slecht zichtbaar.
|