|
De grafiek hieronder laat de typische thermische snelheden van moleculen in verschillende gassen zien
bij een bepaalde temperatuur (de gekleurde lijnen). Tevens zijn de ontsnappingssnelheden
en oppervlaktetemperaturen van de verschillende planeten geplot (de gele sterren).
De moleculen in de atmosfeer hebben een bepaalde snelheid, die afhangt van de massa van het molecuul en de temperatuur in de atmosfeer. Wanneer deze snelheid groter is dan de ontsnappingssnelheid van de planeet, kunnen de moleculen gemakkelijk uit de atmosfeer verdwijnen en de ruimte in bewegen. Planeten waarvan de ster getekend is onder de lijn van een bepaald gas, kunnen dat gas dus niet in hun atmosfeer behouden: de ontsnappingssnelheid van de planeet is lager dan de snelheid van de gasmoleculen en dus kan het gas ontsnappen. De temperatuur in het zonnestelsel hangt weer sterk af van de afstand van de planeet tot de Zon. De ontsnappingssnelheid van een planeet is sterk afhankelijk van z'n massa. Om deze reden is het te verklaren dat een zware planeet gemakkelijker een atmosfeer behoudt dan een lichte planeet en dat een koude planeet dat eveneens beter kan dan een hete planeet. De figuur hieronder is gebaseerd op simpele formules, en is puur bedoeld om een ruw idee te krijgen. Er zijn bijvoorbeeld geen gecompliceerde (realistische) atmosfeermodellen gebruikt. |