Terug   -   hemel.waarnemen.com


Uitleg bij de opkomst- en ondergangstabellen


Alle tijdstippen zijn in lokale tijd, in uren en minuten (uu:mm), of uren, minuten en seconden (uu:mm:ss), rekening houdend met de zomertijd, en gelden standaard strikt genomen voor Utrecht, of voor de geselecteerde locatie in de interactieve tabel. Voor de interactieve tabel kan een locatie worden geselecteerd. Op sommige dagen vindt zo'n gebeurtenis niet plaats en wordt er --:-- weergegeven in de tabel. Dit komt het vaakst voor bij de Maan, doordat er ongeveer 25 uur zit tussen bijvoorbeeld twee opkomsten. Wanneer de Maan op maandag om 23:30 opkomt, is de volgende opkomst zo'n 25 uur later, ofwel om 0:30 uur op woensdag. Op dinsdag vindt dan geen opkomst plaats en wordt --:-- weergegeven. Op dagen waarop de zomertijd ingaat of eindigt zijn alle tijdstippen in de nieuwe tijdzone.

De gegevens zijn schijnbaar, dat wil zeggen: als je Saturnus onder ziet gaan, dan is hij in werkelijkheid al ongeveer een uur onder, maar het licht heeft tijd nodig gehad om je te bereiken. Ik geef uiteraard het tijdstip waarop je dit ziet gebeuren, het tijdstip waarop het werkelijk gebeurt heeft geen betekenis.


Tabel 1: Opkomst en ondergang

1: Object Zon, Maan of de planeetnaam waarvoor de gegevens gelden
2: Opkomst: tijd Tijdstip (in uren en minuten) waarop de bovenrand van het object boven de horizon verschijnt
3: Opkomst: azimut Het azimut (de 'windrichting' in graden) waar het object boven de horizon verschijnt. Noord = 0°/360°, Oost = 90°, Zuid = 180°, West = 270°
4: Opkomst: wr. Afkorting van de windrichting waar het object boven de horizon verschijnt. Voorbeeld: ONO betekent oostnoordoost
5: Doorgang: tijd Tijdstip (in uren, minuten en seconden) waarop het object door het zuiden beweegt. Dit is ook het hoogste punt boven de horizon
6: Doorgang: hoogte Hoogte boven de horizon (in graden) waarop het object door het zuiden beweegt. 0° betekent op de horizon, 90° betekent in het zenit (het punt recht boven het hoofd)
7: Ondergang: tijd Tijdstip (in uren en minuten) waarop de bovenrand van het object onder de horizon verdwijnt
8: Ondergang: azimut Het azimut (de 'windrichting' in graden) waar het object onder de horizon verdwijnt. Noord = 0°/360°, Oost = 90°, Zuid = 180°, West = 270°
9: Opkomst: wr. Afkorting van de windrichting waar het object onder de horizon verdwijnt. Voorbeeld: ONO betekent oostnoordoost


Tabel 2: Schemering

1: Schemering: Geeft aan of de schemering begin of eindigt op het gegeven tijdstip. Let op: voor sterrenkundigen begint de 'schemering' 's ochtends, duurt de hele dag en eindigt 's avonds. 'Duur nacht' geeft de lengte van de duisternis (dus niet van de schemering!) in uren en minuten
2: Astronomisch: De astronomische schemering vindt plaats wanneer de Zon minder dan 18° onder de horizon staat. Staat de Zon dieper, dan is het 'echt' donker
3: Nautisch: De nautische schemering vindt plaats wanneer de Zon minder dan 12° onder de horizon staat
4: Burgerlijk: De burgerlijke schemering vindt plaats wanneer de Zon minder dan 6° onder de horizon staat. Het wordt dan duidelijk licht aan de horizon
5: Daglicht: Daglicht vindt plaats wanneer de Zon boven de horizon staat. Deze tijdstippen komen dus overeen met de tijdstippen van opkomst en ondergang van de Zon in Tabel 1



Deze pagina geeft uitleg bij zowel de interactieve als de niet-interactieve tabel met opkomst- en ondergangsgegevens. De niet-interactieve tabel is beschikbaar voor vandaag, morgen en vandaag over een week en alleen voor Utrecht. In de interactieve tabel kun je zelf een datum en locatie selecteren waarvoor de gegevens moeten worden berekend.


Ga naar de interactieve tabel:   Opkomst- en ondergangstijden
Ga naar de niet-interactieve tabel:   Opkomst- en ondergangstijden voor vandaag


Terug   -   hemel.waarnemen.com