Terug   -   hemel.waarnemen.com


Eigenschappen van hoofdreekssterren

Spectraaltype Temperatuur (K) Kleur Massa (Mo) Levensverwachting (jaren)
O 30 000 - 60 000 Blauwachtig 20 - 120 105 - 106
B 10 000 - 30 000 Blauw-wit 3 - 20 108
A 7 500 - 10 000 Wit-blauw 1,5 - 3 paar keer 109
F 6 000 - 7 500 Wit 1,0 - 1,5 1010
G 5 000 - 6 000 Geel-wit 0,8 - 1,0 paar keer 1010
K 3 500 - 5 000 Oranjeachtig 0,5 - 0,8 > 1010
M 2 000 ? - 3 500 Roodachtig 0,08 - 0,5 > 1011
Bruine Dwergen < 2 000 ? Bruinig?
(zeer donkerrood)
< 0,08 >> 1011



Het spectraaltype wordt meestal oververdeeld door een cijfer tussen 0 en 9 toe te voegen. Zo is bijvoorbeeld de Zon een G2 ster. De reeks van F, via G naar K loopt dan als volgt: F8, F9, G0, G1, G2, G3, G4, G5, G6, G7, G8, G9, K0, K1, enzovoorts. Soms wordt nog een Romeins cijfer tussen I en VI toegevoegd. Dit wordt de helderheidsklasse genoemd en zegt iets over de evolutiefase waarin de ster verkeert en daarmee hoe groot de ster is. Zo worden hoofdreekssterren aangeduid met een V, sub-reuzen met IV, reuzen met III en superreuzen met I. Witte Dwergen wordt soms VI toegekend. Het complete spectraaltype van de Zon is G2 V.

De waarden in de tabel hierboven gelden voor hoofdreekssterren, dus klasse V. De indeling is gebaseerd op oppervlaktetemperatuur, dus de aangegeven temperaturen voor een bepaald spectraaltype gelden ook voor andere helderheidsklassen.


Terug   -   hemel.waarnemen.com